-
1 vrije teugel laten
давать волю; давать свободу действий -
2 de vrije teugel laten
гл.общ. (iem.) давать (кому-л.) волю, (iem.) давать свободу действий -
3 de vrije teugel laten
déchaîner -
4 iemand de vrije teugel laten
iemand de vrije teugel latenlaisser la bride sur le cou à qn. -
5 iemand de vrije teugel laten
iemand de vrije teugel latengive free/full rein to someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de vrije teugel laten
-
6 een paard de vrije teugel geven/laten
een paard de vrije teugel geven/latengive a horse the rein(s)/his headVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een paard de vrije teugel geven/laten
-
7 teugel
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 zijn hartstochten de vrije teugel geven • give (free) rein to one's passions/feelings〈 figuurlijk〉 iemand de vrije teugel laten • give free/full rein to someoneeen paard de vrije teugel geven/laten • give a horse the rein(s)/his headeen paard de teugel aandoen • bridle a horse〈 figuurlijk〉 de teugel kort houden • keep (someone) on a short/light rein〈 figuurlijk〉 de teugels in handen nemen • take (up) the reins, assume control〈 figuurlijk〉 de teugel(s) vieren • loosen/slacken the reins -
8 teugel
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 de teugels van de regering in handen hebben • être aux leviers de commande du gouvernementzijn hartstochten de vrije teugel geven • donner libre cours à ses passionsiemand de vrije teugel laten • laisser la bride sur le cou à qn.een paard de teugel aandoen • brider un cheval〈 figuurlijk〉 (iemand) de teugels aanhalen • serrer la vis (à qn.)de teugels vast in handen hebben • tenir les rênesiemand de teugels uit handen nemen • reprendre les rênes des mains de qn. -
9 give rein to
vrije teugel laten; vrijheid geven; uitlaat geven -
10 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
11 Zügel
Zügel〈m.; Zügels, Zügel〉1 teugel, toom ⇒ 〈 figuurlijk ook〉 macht, heft♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemanden am langen Zügel führen • iemand niet te kort houden, iemand ruimte laten〈 figuurlijk〉 die Zügel in der Hand haben • de teugels, het heft in handen hebben -
12 rein
n. teugel, leidsel--------v. intomen, beteugelenrein1[ reen] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud〉1 teugel♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 give (free/full) rein(s)/give the reins to someone/something • iemand/iets de vrije teugel latenhold/take the reins • de teugels in handen hebben/nemen 〈 ook figuurlijk〉————————rein2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 давать волю
vgener. ontketenen (чувствам), (кому-л.) (iem.) de vrije teugel laten, botvieren -
14 давать свободу действий
vgener. (iem.) de vrije teugel latenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > давать свободу действий
-
15 give (free/full) rein(s)/give the reins to someone/something
give (free/full) rein(s)/give the reins to someone/somethingiemand/iets de vrije teugel latenEnglish-Dutch dictionary > give (free/full) rein(s)/give the reins to someone/something
-
16 give free rein(s) to
-
17 give full/free swing to
give full/free swing to -
18 swing
n. geschommel; geslinger; vaart; slinger, omslag--------v. slingeren; zich met een vaart voortbewegenswing1[ swing]1 schommel♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 what one loses on the swings one makes up on the roundabout • men moet de bluts tegen de buil stellen1 schommeling ⇒ zwaai, slingerbeweging♦voorbeelden:the swing of the pendulum • de wisseling(en) van het lotswing in prices • prijzenschommelinggive full/free swing to • de vrije teugel laten1 actie ⇒ vaart, gang♦voorbeelden:1 in full swing • in volle actie/gangget into the swing of things • op dreef komen————————swing22 swingen♦voorbeelden:3 swing for it • ervoor gestraft/gehangen worden1 slingeren ⇒ schommelen, zwaaien♦voorbeelden:swing to and fro • heen en weer schommelen2 swing round • (zich) omdraaien, omgooien1 beïnvloeden ⇒ bepalen, manipuleren♦voorbeelden:swing it • het klaarspelen, het voor elkaar brengenwhat swung it was the money • wat de doorslag gaf, was het geld -
19 давать волю
vgener. ontketenen (чувствам), (кому-л.) (iem.) de vrije teugel laten, botvieren -
20 давать свободу действий
vgener. (iem.) de vrije teugel laten
- 1
- 2